Het zijn verhalen als die van Iris en Memmed die Joël motiveren om zich in te zetten voor mensen in nood. “In mijn jeugd als zoon van een dominee in Amsterdam heb ik het nodige meegekregen om op te komen voor mensen die in moeilijke omstandigheden terecht waren gekomen. Dit heeft me mede gevormd om me nu in te zetten voor mensen die alles achter moeten laten, een onzekere toekomst tegemoet.”
Zijn inzet tegen onrecht komt voort uit een bewogenheid voor Gods schepping. “We zijn allemaal gemaakt naar Gods beeld. En daarom is ieder mens even waardevol. Of je nu uit Oekraïne of uit Syrië vlucht.”