“Soms moet ik mijn zoon van vijftien van school halen zodat hij kan werken om geld te verdienen”, bekent Shadi. Met een lage, beschaamde stem vertelt hij dat ze dat extra geld nodig hebben om rond te kunnen komen als gezin. “Ik ben er niet trots op”, zegt hij. “Ik vind het al zo erg dat mijn kinderen niet naar school konden gaan toen we constant op de vlucht waren. Ik maak me zorgen om hun toekomst.”
Het is voor Shadi en zijn gezin niet eenvoudig opnieuw een bestaan op te bouwen in hun dorp Al-Morabaat. Nadat een rebellengroep in 2014 de macht greep in de provincie Quneitra, sloeg het gezin op de vlucht.
Het was een van de moeilijkste beslissingen die ik ooit he.b moeten maken in mijn leven.
Nadat de rust in het gebied enigszins was teruggekeerd, kon het gezin – zeven jaar later – eindelijk naar huis. Daar bleek weinig van over te zijn. Hun huis was kapot en vervallen; hun bezittingen waren weg – inclusief de watertanks. Water voor hun huishouden konden ze daarom niet opslaan: dat was een groot probleem. Een nieuwe watertank kopen zat er niet in. Met zijn baan in een tandtechnisch laboratorium verdient Shadi nog niet genoeg om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.