Ik kan de moed verliezen als de blaadjes verkleuren, de dag van het licht wordt beroofd en mijn takenpakket me verbiedt een winterslaap te houden.
Ik kan de moed verliezen als ik mensen om me heen zie worstelen met moeiten en ziekten, als ik relaties zie stranden en merk hoe de liefde verkilt.
Ik kan de moed verliezen als ik vanuit mijn kleine wereld schuchter inzoom naar de grote wereld om me heen, de wereld van het journaal, de wereld van covid-19.
Ik kan de moed verliezen wanneer mijn blikken een moment blijven rusten op Moria 2.0, het kamp dat symbool staat voor het lijden van elke vluchteling op deze aarde. Schuw kijk ik weer weg; schuldgevoel perst zich via mijn poriën naar binnen.
Ik kan de moed verliezen als ik denk aan leeglopende kerken, schouderophalende onverschilligheid, God houdt evengoed van ons, wie of wat kan ons dan deren?
Ik kan de moed verliezen als ik aan mijn nageslacht denk. Optimisten kunnen roepen dat de wereld beter wordt, schrijvers kunnen schrijven dat de meeste mensen deugdzaam zijn, zelf neig ik ernaar het een en ander te betwijfelen.
En dan, op een random zaterdagmorgen, verschijnt Henk Binnendijk op mijn tijdlijn van Facebook. Hoogbejaard is hij en hij heeft zojuist zijn zoon begraven. Een zoon die ook de moed verloren had en de zee in was gelopen. Ik kende deze oude prediker, had me dikwijls gelaafd aan zijn woorden. Nieuwsgierig blijf ik kijken. Lukt het hem om door de duisternis het Licht te blijven zien? Kan hij praktiseren wat hij zijn leven lang verkondigd heeft? Krijgt hij het voor elkaar in zijn rouw te vertrouwen, zijn jammerklacht te transformeren tot een lied? Het is meer dan nieuwsgierigheid, het is uitzien naar een teken: als zijn geloof ondanks alles ongeschonden is gebleven, zal het mij ook lukken om weer moed te vatten.
Geen krachtiger getuigenis dan een gebroken halleluja. Van generatie op generatie zijn er mensen die getuigen dat God ook in verdriet aanwezig is. Duizendenmiljoenen, een schare die niemand tellen kan. David vanuit de diepste diepte: ‘Ik vertrouw op Uw liefde.’ Horatio Spafford, die zijn vier dochters op de oceaan had verloren: ‘It is well with my soul.’ Kinga Ban postuum op YouTube: ‘Uw naam is Ik ben en Ik ben erbij.’ En hier is dan Henk: ‘God leert ons te slapen in de storm. Hij weet wat Hij doet.’ Zijn spreken wordt op deze zaterdagmorgen onderstreept met een oude psalm, vertolkt door meer dan duizend mannenstemmen. Over golven en baren die een benauwde ziel vervaren – en een God die uitkomst geeft. Het is waar: als je niet vrolijk kunt zingen, kun je je wel vrolijk zingen. Moed druppelt mijn ziel binnen, met bedaarde kalmte en op het trage ritme van een eeuwenoude melodie.