1. Je bent onzichtbaar.
De wereldvluchtelingenorganisatie UNHCR weet van het bestaan van 3,9 miljoen statelozen. Maar ondertussen geeft UNHCR aan dat het waarschijnlijk om meer dan 10 miljoen mensen gaat. Meer dan de helft van de landen weet niet eens hoeveel statelozen er binnen hun grenzen verblijven. Het overgrote deel van de statelozen is dus totaal onzichtbaar.
2. Je mag niet stemmen – en blijft daarom onzichtbaar.
Als je geen burger bent, mag je niet stemmen. Er is dan ook geen politicus die zich voor jou verantwoordelijk voelt. Want waarom zou je je hard maken voor mensen die niet eens naar de stembus gaan? Jouw problemen komen daarom niet – of veel te weinig, op de politieke agenda.
3. Je kan niet zomaar naar school, naar een ziekenhuis of aan het werk.
Alles wat voor mensen met staatsburgerschap vanzelf spreekt, is voor statelozen ingewikkeld. Een huis kopen, trouwen of naar school gaan, daarvoor moet je in de meeste landen toch in ieder geval ergens geregistreerd staan. En probeer maar eens aan werk te komen als je geen papieren hebt.
4. Je staat er alleen voor: discriminatie en uitsluiting zijn aan de orde van de dag.
Niets is makkelijker dan het discrimineren of uitbuiten van een staatloze. Hij staat er immers alleen voor en heeft geen bescherming van een staat om op terug te vallen. De politie is in de meeste gevallen eerder een vijand dan een vriend.
5. Het wordt niet beter.
De meeste statelozen hebben al generaties met deze problemen te maken. Ondanks wereldwijde campagnes is er voor miljoenen mensen geen uitzicht op verbetering van hun situatie.