Skip to main content

Irak is een gouden plek voor geloofsgesprekken”

Sinds afgelopen zomer heeft ZOA een nieuwe landendirecteur in Irak: Esther Grisnich. Met haar 30 jaar is ze de jongste landendirecteur van ZOA. Wat brengt deze jonge vrouw ertoe om haar leven te wijden aan dit fragiele land? “Ik geloof dat de weg is opengegaan en bevestigd. Nu heb ik het vertrouwen dat God me ook zal helpen in mijn werk.”

Levenslustig en gemotiveerd

''Hier is altijd veel gebeurd''

''Niets doen is ook geen optie als je ziet hoeveel blijdschap het een kind geeft om daar te komen…”

Je bent nu een paar maanden hier aan het werk, wat is je eerste indruk?

“Als westerlingen denken we vaak dat de mensen in Irak wat primitiever zijn en achtergesteld zijn op ons, maar ik zie juist dat de Irakezen enorm levenslustig en gemotiveerd zijn om iets van hun leven te maken. Dat motiveert mij ook.”

Hiervoor werkte je in Israël. Wat heb je met het Midden-Oosten?

“In mijn studietijd had ik een vriendin uit Iran en zo ontwikkelde mijn interesse voor de regio. Mijn liefde voor Israël is er vanaf mijn jeugd ingegoten, maar tijdens mijn studietijd zag ik ook de andere kant van de conflicten daar. Zeker toen ik me meer ging verdiepen in de regio. Ik moet eerlijk zeggen dat ik toen steeds meer sympathie kreeg voor de Palestijnse zaak. Toen ik daarna zelf in Israël ging wonen werd mijn beeld genuanceerder, en kreeg ik weer meer begrip voor Israël. Het Midden-Oosten is een uniek schakelpunt tussen beschavingen. Hier is altijd veel gebeurd. In Irak was ooit het paradijs, de oorsprong van alles.”

Waarom wil je voor ZOA in Irak werken?

“Toen ik in Jeruzalem werkte, hoorde ik steeds meer over christenen in het Midden-Oosten. Miljoenen christenen in Syrië en Irak moesten vluchten voor IS. Ik besefte dat er vanuit het westen, zeker vanuit het christendom, weinig aandacht is voor deze geloofsgenoten. Ergens ontwikkelde zich het gevoel dat Irak weleens mijn volgende bestemming zou kunnen worden. Toen ik daarover sprak met vrienden begrepen ze deze keuze niet altijd, maar ik geloof dat de weg is opengegaan en bevestigd. Nu voelt het vanuit mijn geloof heel veilig. Het heeft zo moeten zijn en ik heb het vertrouwen dat God me dan ook zal helpen in mijn werk.”

Je hebt een heel gemixt team. Is dat niet lastig?

“We hebben inderdaad alles in ons team. Assyrische christenen, vluchtelingen uit de regio, maar ook Koerdische moslims en Arabieren vanuit Bagdad. We hebben expats die ZOA aanneemt; niet alleen uit Nederland, maar ook uit Sri Lanka en Egypte. Deze hele mix is een uitdaging. We moeten elkáár begrijpen én de context hier in Irak. Het is belangrijk om goed te luisteren naar wat de hulpvraag van de lokale bevolking is en dit inbrengen in ons team. Onze lokale medewerkers wijzen ons ook weer op andere gebieden waar hulp nodig is.”

Je werkt in voormalig IS-gebied. Hoe is het om hier te zijn?

“Het is surrealistisch en bizar. Toen ik voor het eerst door Mosul reed, zag ik de bouwvallen en totaal opgebroken straten met de bomkraters. Een bakkerij in een gebouw dat op instorten staat. Ik vind het opvallend dat vooral moskeeën herbouwd zijn. UNESCO heeft 50 miljoen gegeven om een monumentale moskee te herstellen van waaruit het kalifaat uitgeroepen is. De meeste mensen willen helemaal niet dat daar prioriteit aan gegeven wordt. Ze willen weer een huis en eten. Aan de andere kant: zou geloof dan toch iets zijn waar mensen hun toevlucht in zoeken? Wat dat betreft is het leed van de afgelopen periode in Irak een gouden kans voor geloofsgesprekken.

Waarin maakt ZOA een verschil hier?

“We selecteren nauwkeurig welke mensen onze hulp het meest nodig hebben en we gaan niet weg als het moeilijk wordt. Het mooie is dat in het hele hulptraject lokale organisaties betrokken worden die het op den duur van ons kunnen overnemen. Daardoor kunnen we met een gerust hart ook weer weggaan terwijl het werk doorgaat. Maar nu is bij ZOA van uitfaseren nog lang geen sprake. Het herstel is nog zo fragiel.”

Het is een gevaarlijke regio. Ben je weleens bang?

“Ik zeg niet dat ik enorm dapper ben – ik ben geen cowboy – maar wel dat ik alles in afhankelijkheid doe. Ik bid voor mijn team en ervaar dat ik niet bang hoef te zijn. Maar dat er een grote verantwoordelijkheid op mij rust, daar ben ik me wel bewust van. We zijn een zichtbaar target. In onze centra komen veel vrouwen en kinderen. Stel je voor dat er iets zou gebeuren in een centrum, zoals een aanslag… Niets doen is ook geen optie als je ziet hoeveel blijdschap het een kind geeft om daar te komen…”

 

Wat is jouw zegenwens voor Irak?

“Ik vraag me soms af hoe Abraham hier zou rondlopen. Wat zou hij van de situatie vinden? Ik denk dat hij het echt Sodom en Gomorra zou vinden en pijn zou hebben over zoveel leed. We mogen hopen op een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Met echte gerechtigheid. Ik weet niet of dat ooit op deze aarde zo zal zijn.

Op mijn WhatsApp-status staat deze tekst:

‘Vreugde wacht wie vrede zoeken’ (Spreuken 12:20). We zijn over het algemeen negatief over de aarde, maar het werken aan vrede zal vreugde geven. Dat is onze plicht als christen. Irak met zo’n jonge bevolking en zoveel potentieel mogen we niet opgeven, maar we moeten juist werken aan een betere toekomst.”

Ja, ik help mee en doneer voor mensen in crisisgebieden