Skip to main content

Hielke reist van crisis naar crisis – in z’n eentje

Heerlijk vindt hij het om alleen rond te lopen in een stad waar hij niemand kent. Toch voelt Hielke Zantema zich ook weleens eenzaam tijdens zijn vele reizen als lid van ZOA’s noodhulpteam.

disaster response team

Hielke Zantema maakt deel uit van het rampenbestrijdingsteam

Toen Hielke Zantema een paar jaar geleden op het vliegveld van Juba in Zuid-Soedan aankwam, baalde hij er voor het eerst in zijn leven van dat hij alleen reisde. Na een lange reis bleek de chauffeur die hem op zou pikken onvindbaar en voor Hielke zat er niets anders op een bankje te zoeken en te gaan zitten wachten. Een lokale simkaart had hij immers nog niet en in het gevaarlijke Zuid-Soedan was zomaar een taxi nemen geen optie.

Hielke Zantema is als deel van ZOA’s disaster response team veel alleen op pad. Naar oorlogsgebieden waar ZOA’s lokale team wat hulp kan gebruiken, maar ook naar rampgebieden waar een nieuw project opgezet moet worden. Zo reisde hij afgelopen jaar regelmatig naar Oekraïne om samen met zijn team noodhulp in gang te zetten. De meeste reizen voor het disaster response team maakt Hielke in zijn eentje, waarbij hij afhankelijk is van lokale collega’s en behulpzame locals. Zo was hij ook op Sulawesi, waar hij na de aardbeving en tsunami een nieuw project opzette.

Hoe was dat, die ramp?

"Het drama was groot en dat wat ik zag en hoorde, bleef echt hangen. De ellende die mensen daar in Indonesië is overkomen, is onvoorstelbaar en de verhalen van mensen die dierbaren en hun huis zijn verloren, zijn indrukwekkend. Tegelijkertijd kan ik zulk leed ook wel een plekje geven, anders kon ik dit werk niet doen. Ik ben erg onder de indruk van de grootte van de ramp op Sulawesi en tegelijkertijd geraakt door de veerkracht van de eilandbewoners. Het is mooi om te zien dat mensen niet bij de pakken neer gaan zitten."

Sinds het uitbreken van de oorlog een jaar geleden, reis je ook regelmatig naar Oekraïne.

“In Oekraïne ben ik in dorpen geweest waar 80 tot 90 procent van de gebouwen verwoest is. Daar wonen nog mensen, want lang niet iedereen heeft de mogelijkheid om te vluchten. Eens sprak ik een oude man van in de zeventig. Van zijn huis was na een bombardement weinig over. Hij was vooral verontwaardigd en verbijsterd. ‘Waarom gebeurt dit? Waartoe? Waarom overkomt mij dit?’ Daar kun je als hulpverlener geen antwoord op geven. Het is ook niet te bevatten als je de gebombardeerde woonwijken, scholen, ziekenhuizen ziet… Ik sta daar net zo machteloos als die man, en ik kan op zo’n moment alleen maar luisteren en een arm om hem heenslaan.”

Wat is je motivatie om zoveel te reizen?

"Ik wil niet machteloos toekijken hoe kwetsbare mensen gemarginaliseerd worden. Ik wil betekenisvol zijn voor mensen in nood. In mijn functie betekent dat dat ik naar de gebieden toe reis om inhoudelijke plannen te maken met een lokaal ZOA-team of een partner. Meestal reis ik alleen, wat ik geen probleem vind. Je moet goed met jezelf overweg kunnen om dat te kunnen doen."

Wat is er leuk aan het alleen op pad zijn?

"Ik vind het leuk om op een plek te zijn waar je niemand kent. Een beetje contacten leggen en een nieuwe locatie verkennen. Tegelijkertijd zijn er ook momenten dat het minder leuk is om op jezelf te zijn aangewezen. Vaak is de taal een probleem en gaat communiceren niet makkelijk. De vervelendste momenten zijn het echter als je ziek wordt en er geen ziekenhuizen in de buurt zijn. Als je dan zonder energie op je hotelkamer zit, vraag je je weleens af of het het eigenlijk allemaal wel waard is. Gelukkig vergeet je die gedachten snel op het moment dat het weer beter gaat."

Voel je je weleens eenzaam tijdens zo’n reis?

"Ja, soms wel. ‘s Avonds en in het weekend heb je naast je werk vaak niets te doen. In Afrikaanse landen is het niet gebruikelijk dat je zomaar iets gaat drinken met collega’s, dus daar zit je ‘s avonds meestal gewoon op je hotelkamer. Dan gaat de tijd soms best langzaam en kan de verveling toeslaan. Ik bereid mezelf daarop voor door boeken en films mee te nemen. Ik lees veel op reis; met goed internet is een nieuw e-book zo gedownload. Naast sociale contacten, mis ik vooral het samen de dag beginnen met mijn gezin. Alleen op reis begin en eindig je de dag altijd in je eentje. Ik mis vaak de leuke momenten met mijn vrouw en ons kleintje."

Ik probeer wat ik gezien heb dan ook om te zetten in energie en me in te zetten om de mensen daar zo goed mogelijk te helpen. Het duurt jaren om alles weer op te bouwen, maar we hoeven niet machteloos toe te kijken.

Hoe is het om hen achter te laten?

“Het geeft met veel rust en vertrouwen dat mijn vrouw heel makkelijk is en geen moeite heeft met mijn gereis. Ik kan haar en mijn dochtertje Elin met een gerust hart samen achterlaten. In die zin doen we het ook echt samen: zonder mijn vrouw zou ik dit werk niet kunnen doen. Daarnaast helpt het dat we een tijd samen voor ZOA in Uganda gewoond en gewerkt hebben, dus ze weet wat het is.”

Maar toch. Je bent weken van huis. Met welk gevoel vlieg je dan na zo’n reis naar huis?

“Op het moment dat ik de terugreis begint, wil ik altijd het liefst vijf minuten later thuis zijn. Mijn vrouw en dochter komen me vaak ophalen van het treinstation en elke keer weer vind ik dat geweldig en waardevol. Na elke reis realiseer ik me weer hoeveel ik van mijn vrouw en dochter houd. Niet alleen van hen trouwens, ook dingen als een koelkast, vers brood en een wc met wc-bril waardeer je extra na een reis. Elke keer weer is het een goede les om me te realiseren hoe gezegend ik ben met Nederland en mijn familie en vrienden. Dat vind ik een positief aspect van het reizen.”

Tegelijkertijd laat je al die vluchtelingen en getroffen mensen achter.

“Ja, dat is moeilijk. Ik sta er tijdens mijn reizen soms alleen voor, maar dat hebben veel vluchtelingen net zo goed. ZOA kan iets doen aan hun fysieke noden, maar dat wil niet zeggen dat ze er niet meer alleen voor staan. Werkelijk iets betekenen voor deze mensen, betekent dat we lang betrokken moeten blijven. Ik vind het fijn dat het ZOA’s missie is om niet alleen noodhulp te bieden, maar ook aan het herstel van samenlevingen te werken en zo ook eenzaamheid te bestrijden. Met onze kantoren in de crisisgebieden zitten we heel dicht bij mensen. Toen ik bijvoorbeeld een aantal jaar geleden met mijn vrouw in Uganda woonde, merkte ik dat ZOA daar in zeer afgelegen gebieden ook echt een verschil maakt door jarenlang te werken aan relaties.”

We zijn er voor mensen die alles zijn kwijtgeraakt door een oorlog of een ramp. Dat doen we onder andere door winterhulp te bieden in landen als Syrië en Oekraïne. Daar zorgt de vrieskou voor immense problemen voor vluchtelingen. Wil je samen met ons omzien naar onze naasten die vechten tegen de extreme kou? Het kan levensreddend zijn.

Doneer en help vluchtelingen in de vrieskou

Voor bijvoorbeeld € 35,- kan een gezin zichzelf warm houden met bijvoorbeeld truien, dekens en warme sokken.