Rechtvaardigheid
Het staat landen en regeringen natuurlijk vrij om hun eigen keuzes te maken waar ze hun geld wel of niet aan uitgeven – al vinden we daar moreel wel wat van. Want wat ons betreft is humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking vanuit het rijke westen géén kwestie van liefdadigheid, maar van morele rechtvaardigheid, solidariteit en beschaving. De vrije westerse democratieën zijn namelijk niet alleen extreem welvarend ten opzichte van kwetsbare landen rond de evenaar, onze bloeiende economieën hebben ook een grote impact op deze gebieden. De uitstoot van broeikasgassen, onze claim op grondstoffen en de uitbuiting van de allerarmsten voor onze luxegoederen raken vooral de meest kwetsbare gebieden buiten onze welvaartsbubbel, waar mensen honger hebben en zuchten onder oorlogsgeweld. Wij (Amerika, Europa en Oceanië) zijn daarmee medeverantwoordelijk voor veel ellende en lijden in deze wereld. Het is daarom niet meer dan rechtvaardig dat er afspraken zijn dat de uitgaven van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp gekoppeld zijn aan de groei van de economie. Helaas worden deze afspraken nu steeds vaker met voeten getreden door westerse landen, waaronder Nederland en de VS.
Nederland
Het is dus te makkelijk om alleen naar het ‘America First’ van Trump te wijzen. Onze eigen PVV-minister van Ontwikkelingshulp, Reinette Klever, is ook heel duidelijk geweest over het vooropstellen van het Nederlands belang boven dat van de meest kwetsbaren. In interviews en kamerdebatten heeft ze laten weten dat het nu tijd is om te kiezen voor de koopkracht van de Nederlander. Dat heeft ‘de kiezer’ duidelijk laten merken, vindt ze. Ontwikkelingshulp moet bovendien zoveel mogelijk ten goede komen van het Nederlandse bedrijfsleven. Kortom: ook in ons land staat de steun van de overheid aan ontwikkelingshulp steeds meer in het teken van ‘Nederland eerst’ – een trend die we ook in de rest van Europa waarnemen.