Skip to main content
Liselotte Mikkers in Tigray

Op reis naar de oorlog waar niemand van wist

ZOA-medewerkers Liselotte Mikkers en Lieuwe Siebe de Jong reisden onlangs naar de Ethiopische provincie Tigray, waar tot voor kort een bloedige oorlog woedde. Ze brachten ingrijpende verhalen in beeld. Wat deed dat met hen?

ZOA-medewerkers Liselotte en Lieuwe:

‘Het verhaal van Tigray moet verteld worden’

Twee jaar lang was de Ethiopische provincie Tigray afgesloten van de buitenwereld, terwijl een bloedige oorlog werd uitgevochten. Sinds de wapenstilstand van november 2022 worden humanitaire werkers en journalisten nog maar mondjesmaat toegelaten, waaronder ZOA-medewerkers Liselotte Mikkers en Lieuwe de Jong. Vijf vragen over hun reis naar de oorlog waar niemand van mocht weten.

1. Waar zijn jullie geweest en wat hebben jullie gedaan?

Liselotte: We zijn in het oosten van Tigray geweest. Daar is het nu relatief rustig. Sommige gebieden in het westen van de provincie zijn nog steeds niet toegankelijk en erg onveilig; er wordt nog geschoten. Daarvandaan zijn veel mensen gevlucht naar het oosten. Wij hebben verschillende vluchtelingenkampen in steden bezocht, waar veel van deze mensen zitten.

Boek met namen van vermoorde mensen in een dorp

Lieuwe: Meteen na aankomst werd ons duidelijk hoe ontzettend complex het conflict is. Het is een lappendeken van verschillende milities met allerlei belangen. Dit is moeilijk uit te leggen. We hebben daarom besloten om ons tijdens de reis vooral te richten op de mensen die onder het geweld te lijden hebben. Om hen te helpen door hun verhaal te vertellen.

Liselotte: Op het platteland hebben we een dorp bezocht, waar mensen gezamenlijk verslag deden van wat hen overkomen was. Dat was een bijzondere ervaring.

Lieuwe: De één na de ander stond op om zijn of haar verhaal te doen. Over verlies van familieleden, land dat vernietigd is, kuddes die gestolen zijn, mijnen die overal liggen. De dorpsoudste had een schrift bij zich, waarin hij de 35 namen had opgeschreven van de dorpsgenoten die vermoord zijn. De lichamen bleven tijdens de oorlog op straat liggen; niemand mocht geliefden begraven. Een dorp was gemakkelijk in te nemen. Maandenlang werden ze bezet.

2. Naar een lang afgesloten gebied reizen om afschuwelijke verhalen op te halen. Wat doet dat met je?

Liselotte: Dat voelt als een grote verantwoordelijkheid. Veel mensen die we spraken, voelden zich niet gehoord en in de steek gelaten. Ze vroegen ons letterlijk om hun stem te zijn. Met elk interview dat we deden, kwam er weer een nieuw aspect van de oorlog bij. Gezinnen die moesten vluchten, vrouwen die verkracht werden, kinderen die hun ouders kwijt zijn. Het was alsof we een soort beerput opentrokken.

Lieuwe in Tigray

Lieuwe: En dan kun je maar een paar van al die honderdduizenden verhalen vertellen. Deze oorlog is veel te groot voor ons. Het is de kunst om te kijken naar de mensen die we wél gesproken hebben. Ik ben blij dat we hen in ieder geval het gevoel hebben kunnen geven dat ze niet vergeten worden.

3. Welk verhaal maakte de meeste indruk op jullie?

Lieuwe: Ik ben erg geraakt door Halefom, een jongetje van elf jaar dat zijn ouders tijdens de vlucht is kwijtgeraakt. Ik zag daar gewoon mijn eigen kind zitten. Helemaal alleen.

Liselotte: De eerste man die wij spraken, begon meteen te huilen toen hij zijn verhaal deed. Hij had jarenlang voor de federale politie gewerkt in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethopië. Hij kwam uit Tigray; zijn vrouw en kinderen uit een ander deel van het land. Op een dag werd hij op transport gezet naar Tigray. Iedereen die er vandaan kwam, moest terug naar de provincie. Nu zit hij al meer dan twee jaar in een vluchtelingenkamp. Uitzichtloos, in een tentje.

Tigray Halefom

Lieuwe: De bescheidenheid van onze ZOA-collega’s uit Tigray raakte me ook. Zij fungeerden als tolk bij alle interviews die we deden, over de vreselijke oorlogsverhalen van hún broers en zussen. Ook zij hebben deze oorlog doorleefd. Toch praatten ze niet over zichzelf. Tijdens de bezetting hebben ze hard gewerkt om het leed van hun landgenoten te verzachten. En toen het eindelijk lukte om geld voor hun salarissen naar Tigray te krijgen, besloten ze het nog te delen met de vluchtelingen ook.

Liselotte: Het viel me op dat niet boosheid, maar dankbaarheid overheerst in de verhalen. Veel mensen in Tigray zijn christen. Ik heb ze vaak horen zeggen dat ze God dankbaar zijn voor wat ze nog wél hebben. Een moeder bijvoorbeeld, die dankbaar was dat haar kinderen nog leven, terwijl ze verder alles kwijt was en talloze kinderlijkjes had gezien.

4. Hoe is ZOA er voor de mensen in Tigray?

Liselotte: ZOA was al in Tigray voor het conflict uitbrak in november 2020, en is als één van de weinige organisaties al die tijd gebleven. De hulp die onze collega’s daar bieden is enerzijds praktisch. Mensen hebben grote behoefte aan onderdak, voedsel en schoon drinkwater. Maar de hoop die we bieden, is denk ik net zo impactvol. Mensen het gevoel geven dat ze, ondanks de ellende waar ze in zitten, niet vergeten worden.

Vrouw op het puin

Lieuwe: De noodhulp die ZOA in Tigray biedt is echt van hoge kwaliteit. Er zit een heel professioneel team daar, dat ook nog eens ontzettend toegewijd is om mensen te helpen. Ze weten precies wat er nodig is en kijken ook verder dan vandaag en morgen. Er moeten bijvoorbeeld snel gewassen komen, voor voedsel op het platteland. Maar ze geven zaden niet te vroeg in het landbouwseizoen, want dan zaaien de mensen ze niet, maar eten ze op. De deskundigheid van onze collega’s maakt echt het verschil.

5. Hoe zie je de toekomst van de mensen in Tigray?

Lieuwe: Het gebied kampte al met grote uitdagingen, zoals droogte, overstromingen en sprinkhanenplagen. Door de oorlog zijn mensen praktisch weer op nul begonnen. Er is armoede, met een extra trauma erbij.

Tigray straatbeeld met uitgebrande bus

Liselotte: Alles is hen afgenomen. Kinderen zijn drie jaar lang niet naar school geweest – eerst vanwege de coronapandemie, daarna vanwege de oorlog. De mensen in Tigray moeten van ver komen. Wat mij wel hoop geeft, is dat ze super veerkrachtig zijn. Ze willen niets liever dan hun leven weer opbouwen. Het was de best ontwikkelde regio van Ethiopië. Mensen in Tigray zijn vastbesloten hun potentieel weer te benutten.

Lieuwe: Maar daar hebben ze wel hulp bij nodig. ZOA kan mensen het steuntje in de rug geven, waarmee ze weer verder kunnen. Met het deskundige team dat er zit, kunnen we dat ook nog op veel grotere schaal doen dan nu gebeurt. Het probleem is alleen dat er nauwelijks fondsen binnenkomen voor Tigray.

Liselotte: Als mensen niet weten hoe groot de nood is, kunnen ze ook niet geven. Ik ben blij dat wij met onze reis een klein beetje mochten bijdragen aan het vertellen van het verhaal. En ik hoop van harte dat mensen in Nederland en overal ter wereld zich het lot van de Tigrayers zullen aantrekken. Het minste dat zij verdiend hebben, is dat wij niet wegkijken.

Bekijk de vlog van Liselotte en Lieuwe over hun reis naar Tigray op Instagram

‘Tigray’ was een van de bloedigste conflicten van onze tijd. Honderdduizenden mensen zijn omgekomen, miljoenen zijn gevlucht voor geweld, plundering, verkrachting en moord. ZOA is er om te troosten en te helpen. Help je mee met een gift?

Doneer en help mensen die alles kwijt zijn

De nood in Tigray is enorm. Er is veel voedsel, water en onderdak nodig. Dankzij jouw gift kunnen we naast mensen staan in Tigray en andere crisisgebieden wereldwijd. Je kunt ook als kerk of bedrijf doneren.