Skip to main content

Wát moeten vluchtelingen achterlaten?

Miljoenen vluchtelingen willen ontsnappen aan een oorlog of natuurramp. Op weg met minimale bezittingen of soms helemaal niets.

wat als je alles moet achterlaten

Een onzekere toekomst tegemoet, ontworteld en ontheemd.

Ze kunnen niet anders: in het nauw gedreven door bloedig geweld of hevige overstromingen. Wat ze moeten achterlaten? Heel wat! Syrische vluchtelingen vertellen wat ze het meest missen.

1. Hun familie

We moesten ons hele leven achterlaten, omdat het niet veilig was. Ik mis mijn familie enorm, mijn vader en moeder mis ik nog het meest,

zegt een Syrische vluchtelinge. Haar kinderen missen ook hun neefjes en nichtjes. Even bij elkaar binnenlopen is er niet meer bij. Vaak is er helemaal geen contact meer, omdat internet is weggevallen, mobiele telefoons zijn kwijtgeraakt en de infrastructuur is vernietigd. Je weet dat je ouders veel zorg nodig hebben, maar die kun je dus niet geven. Terwijl juist in de gebieden die geteisterd worden door een conflict of een overstroming, zorg voor elkaar essentieel is.

2. Hun vertrouwde omgeving

We missen onze buurt en de straten waar we woonden, leefden, speelden en werkten. Ik was daar tegelwerker en had een goed inkomen. Ik verkocht mijn auto en met het geld gingen we op weg, totdat we in kamp Bardarash in Irak aankwamen.

zegt Milad Abdulwahab Ali. Hij komt met zijn drie kinderen uit Qamishlo (Syrië).Door het langdurige conflict in zijn land besloten ze te vluchten. Het leven is eentonig. Milad vindt het verschrikkelijk dat er geen werk voor hem is. Enkele dagen in de week krijgen zijn kinderen in het vluchtelingenkamp onderwijs.

Maar hoe het verder moet? Milad weet het niet.

We kunnen niet terug naar Qamishlo, want daar is geen leven meer. Alles is weg, ook onze toekomst.

3. Hun huis

We renden ons huis uit toen IS onze stad aanviel. We vluchtten naar een kamp in Turkije. Nadat IS verdreven was, keerden we terug. We probeerden een nieuw leven én onze huizen weer op te bouwen. Maar op een dag viel Turkije onze stad aan. Opnieuw moesten we vluchten.

zegt Mohammad Mahmud Mohammed. Hij en zijn gezin woonden in de Syrische stad Kobani, gelegen aan de grens met Turkije. Ze hadden het goed. Mohammad is smeltarbeider en zijn dochters haalden prima cijfers op school. Hun huis was een veilig onderkomen, totdat het onder vuur werd genomen. IS nam de stad voor een deel in. Hun huis bleek echter verwoest, evenals die van hun buren. Nu bivakkeren ze in een tent in Irak, met weinig privacy, onder kou en hitte, met weinig uitzicht op een beter bestaan.

Toch zegt Mohammad beslist:

Ik zal niet eerder terugkeren naar Kobani, totdat ik er zeker van ben dat niemand de stad meer zal aanvallen.

4. Hun werk

In Qamishlo was ik loodgieter. Samen met mijn vrouw en drie kinderen vluchtte ik weg, nadat onze buurt werd verwoest. Het meubilair dat er nog stond, heb ik verkocht. Met dat geld gingen we op pad,

vertelt Fathil Kalo in het Iraakse vluchtelingenkamp Bardarash. In datzelfde kamp verblijft ook Kariwan Sleman Syran met zijn gezin. Hij heeft drie dochters en een zoon. Kariwan is normaal gesproken decoratiemedewerker, maar nu heeft hij niets om handen. Zowel Kariwan als Fathil missen hun werk enorm. Ze voelen zich niet meer nuttig, van geen betekenis, ze kunnen niet meer zelf voor hun gezin zorgen. Dat steekt. Kariwan:

Maar bovenal mis ik Syrië


5. Hun school

Mijn dochters kunnen nu hun school niet afmaken, terwijl ze het zo goed deden op hun school in Kobani. Ze zijn erg slim

zegt Mohammad Mahmud. Inmiddels hebben ze wel een schoolexamen aangevraagd bij de provinciale overheid, in de hoop dat dit hen verder zal helpen.

Ook Stera Adnan Jumaa zegt dat ze een school voor haar kinderen mist.

In het kamp krijgen ze wel lessen, maar vergeleken met wat we achter moesten laten, is dat minimaal.

Stera Adnan Jumaaen haar kinderen komen uit het Syrische dorp Bersim, waar ze op het land werkten. Ze vraagt zich af of ze ooit nog terug zal kunnen keren. De toekomst blijft ongewis, wat ze zorgelijk vindt.

Toen de oorlog uitbrak, gingen we overdag naar de bergen en ’s nachts keerden we terug naar ons huis. Daarna werd de situatie gevaarlijker. Ook was er steeds vaker gebrek aan eten. Dus we vluchtten weg. Zijn onze dorpen vernietigd, of niet? Hier is geen werk, wat kan ik doen?

Stera mist haar familie, haar vertrouwde omgeving, haar werk en een school voor haar kinderen. Ze zucht:

Het leven in een vluchtelingenkamp is écht heel zwaar.

Samen zijn we er voor Kariwan, Milad, Fathil, Mohammad, Stera en miljoenen vluchtelingen die alles moeten achterlaten en op zoek gaan naar een veilige plek. Help je mee om hen een veilige plek te bieden?

Doneer en help vluchtelingen

Ik wil er samen met ZOA zijn voor Kariwan, Milad, Fathil, Mohammad & Stera.