Skip to main content
Meisje in Liberia leest een boek

‘Onderwijs is het eerste slachtoffer van geweld’ 

Waar oorlog uitbreekt, stopt de les. Schoolgebouwen worden kapotgeschoten. Kinderen slaan met hun ouders op de vlucht. Alle zekerheid is weg. “Onderwijs is het eerste slachtoffer van geweld”, stelt Evert Jan Pierik van ZOA. “En dat heeft grote gevolgen op de lange termijn.”

Onderwijs cruciaal voor gevluchte kinderen

Zonder school geen toekomst

Wie niet naar school kan, verliest het zicht op de toekomst. “Rampen en conflicten ontnemen kinderen hun dromen, doordat ze niet naar school kunnen”, stelt Evert Jan Pierik van ZOA. Hij legt uit waarom onderwijs een belangrijke pijler is in het werk van ZOA.

“Ieder kind heeft recht op onderwijs. Punt.” Evert Jan Pierik, sector specialist Onderwijs bij ZOA, is heel stellig. “Naar school gaan is een basaal mensenrecht. Het  betekent niet alleen dat je leert lezen en schrijven. Het verruimt ook je blikveld, zodat je in staat bent om kritisch te denken en oplossingen bedenken voor conflicten en andere ingewikkelde dingen.”

Wie onderwijs geniet, is beter in staat om geld te verdienen en voor zichzelf en familie te zorgen, vervolgt hij. “Niet naar school gaan betekent dat je dit niet kunt en niet kunt bouwen aan een waardige toekomst voor jezelf en je familie. En daarmee is gebrek aan onderwijs levensbedreigend.”

Zodra ergens een ramp of conflict uitbreekt, gaan de scholen dicht. “Onderwijs is het eerste slachtoffer van geweld”, stelt Evert Jan. “Scholen worden vaak kapotgeschoten. Kinderen die op de vlucht slaan met hun ouders, kunnen niet naar school. En groeperingen als de Taliban en Boko Haram bijvoorbeeld doen er alles aan om kinderen, vooral meisjes, niet naar school te laten gaan.”

Evert Jan Pierik

Dromen

Kinderen op de vlucht lopen al heel gauw een leerachterstand op. Maar dat is nog maar een deel van het probleem, stelt hij. “Op school leren kinderen ook om te gaan met anderen. Een schoolritme geeft bovendien structuur aan je leven. Als je van de een op de andere dag niet meer naar school kunt, raak je die dagelijkse zekerheid kwijt. Kinderen die de hele dag rondhangen in een vluchtelingenkamp, verliezen zo hun zicht op de toekomst.”

Een interview met een Afghaans meisje dat met haar ouders naar Sri Lanka gevlucht was, maakte Evert Jan er in 2019 weer bewust van hoe belangrijk de dromen van een kind zijn. “Vlak na de aanslagen daar met Pasen vertelde ze in het vluchtelingenkamp dat ze ervan droomde om arts te worden”, herinnert hij zich. “Maar ze zei er meteen achteraan, dat ze bang was dat het nooit zou lukken.” Dat is heel aangrijpend, vindt hij. “Rampen en conflicten ontnemen kinderen hun dromen, doordat ze niet naar school kunnen.”

Wat ZOA doet

Evert Jan is daarom blij dat ZOA naast het verlenen van noodhulp in crisisgebieden ook in veel landen kinderen naar school helpt. Zo werkt ZOA in Uganda in een consortium mee aan een groot onderwijsprogramma dat gefinancierd wordt door het internationale fonds ‘Education cannot wait’ (onderwijs kan niet wachten). Dit project richt zich specifiek op kinderen in een gebied waar veel vluchtelingen uit Zuid-Sudan verblijven.

In Irak wordt vooral ingezet op traumaverwerking van kinderen in ‘safe spaces’ (centra waar ze veilig zijn) en het inhalen van leerachterstanden na de bezetting door IS. In Ethiopië en Liberia voorziet ZOA in schoolmaaltijden, waardoor kinderen – én hun leerkrachten – met een goed gevulde maag bij de les kunnen blijven.

Kinderen in een klas in Afrika

In weer andere landen worden scholen gebouwd of krijgen kinderen schoolmaterialen of uniformen. “In Nigeria hebben we gezien dat het aantal kinderen dat naar school gaat, fors toeneemt wanneer ze eenvoudige spullen als schriftjes en potloden krijgen”, vertelt Evert Jan.

Lange termijn

Er is een lange adem nodig om kinderen in crisisgebieden naar school te helpen, stelt hij. Het is daarom belangrijk dat ZOA de samenwerking blijft zoeken met lokale overheden en andere organisaties. “Investeren in onderwijs gaat verder dan het neerzetten van schoolgebouwen”, zegt hij. “We kunnen eraan bijdragen dat er een leraar voor de klas komt te staan en dat de kinderen goed leskrijgen in een veilige omgeving. Dat vergt een investering op de lange termijn.”

Het concept ‘safe schools’ (veilige scholen) past goed in de missie van ZOA, vindt Evert Jan. “Een school moet een veilige plek zijn. Veiligheid begint met zoiets eenvoudigs als een schoon en afsluitbaar toilet en drinkwater in de school. En ook met de beschikbaarstelling van maandverband en een veilige plek voor meisjes om zich te verschonen tijdens hun menstruatie.”

Kinderen in Irak

Op een veilige school is daarnaast  aandacht voor wat een kind heeft meegemaakt, legt hij uit. “Het is belangrijk dat leraren trauma’s leren herkennen en hulp bieden aan kinderen die ermee kampen.”

Het is essentieel voor humanitaire organisaties als ZOA om onderwijs als primaire behoefte te blijven beschouwen, stelt hij. “Zonder onderwijs is er geen hoop op een betere toekomst, niet voor vluchtelingen, niet voor ons en ook niet voor de wereld.”

Foto's: Margreet Noordhof, Lieuwe de Jong e.a.

Wil je er samen met ons zijn voor kinderen op de vlucht? School is voor hen een veilige plek en ze kunnen er weer kind zijn. Bovendien kunnen ze er bouwen aan hun toekomst. Help je mee?

Ja, ik help gevluchte kinderen met onderwijs

Voor €25 is bijvoorbeeld het schoolgeld voor één kind voor een heel jaar betaald.